Tips voor de teelt van snijchrysanten

inleiding

Historie

In Azië (China, Japan) wordt de chrysant al eeuwenlang geteeld. Vanuit Japan is de bloem in de 17de eeuw geïmporteerd in Europa. In Japan is de bloem heilig en staat voor een lang leven. De oorspronkelijke kleur was goudgeel waaraan hij zijn naam ontleent (‘chrys’ is Grieks voor ‘goud’ en ‘anthemon’ voor ‘bloem’). Door veredeling zijn er tegenwoordig veel varianten ontstaan. Waaronder vaste planten, potchrysanten en snijchrysanten.

Dit artikel gaat over de snijchrysant die geschikt is voor de buitenteelt want de veredeling heeft ook zo zijn nadelen, zo zijn de meeste soorten kwetsbaar en alleen voor teelt in de kas. Het zijn echte kasplantjes geworden. Een beperkt aantal is geschikt voor de buitenteelt.

Teelt

Bemesting

Snijchrysanten verlangen geen speciale bemesting. Stalmest of compost zoals gebruikelijk voor de moestuin is prima.

Plantbed

Snijchrysanten hebben lange stengels. Ze hebben plantondersteuning nodig om omvallen te voorkomen. Dit kan door middel van ondersteuningsgaas. Hiervoor kan bijvoorbeeld schapengaas met maaswijdte tussen de 10 en 15 centimeter worden gebruikt. De aanbevolen breedte van het gaas is ongeveer 1 meter. Zo kan je voor de verzorging gemakkelijk alle stengels bereiken kan er voldoende lucht tussen de planten komen. De lengte van het bed is afhankelijk van hoeveel chrysanten je gaat telen. Bij de bloemengroep van Arcadia wordt een lengte van 10 meter aangehouden. Het gaas wordt met palen op hoogte gebracht deze staan om de 2,5 meter dus een bed van 10 meter heeft 10 palen nodig. De lengte van de palen is zodanig dat de het gaas tot ongeveer 1 meter opgetrokken kan worden. Rondom een bed moet voldoende ruimte zijn om de planten te kunnen verzorgen.

Verzorgen tijdens de bloeiperiode

Nadat de plantjes zijn aangeslagen, zo’n 14 dagen na het planten, worden ze getopt (het afbreken van top), waardoor de plant meerdere stelen gaat vormen. Het aantal blaadjes dat men laat staan bepaald ongeveer het aantal stengels (3 blaadjes 3 stengels, 4 blaadjes 4 stengels enz.). Let op: hoe meer stengels hoe langer het duurt voor je kan oogsten. Een vuistregel is ongeveer 80 stelen per m2. Door per plant een verschillend aantal stelen op de laten komen wordt de oogsttijd verlengd.
Professionele telers houden een hogere plantdichtheid aan zonder te toppen zodat de teelttijd korter is.

Planten

Bij het planten ligt het gaas op de grond en plant men tussen de mazen in. De aanbevolen plantdichtheid is tussen de 15 en 20 plantjes per vierkante meter. Veel plantjes zorgen voor een lagere groeisnelheid maar geeft sterkere rechte stelen en dwingt de plant sneller tot bloemvorming.
Bij het planten van meerdere soorten in een bed, zoals dat bij de amateurtuinder gebruikelijk is, is het zaak om de soorten op de te verwachten lengte naast elkaar te plaatsen. Dit in verband met het optrekken van het ondersteuningsgaas. Het is ook handig om pluizers en niet pluizers bij elkaar te planten. Verderop in dit artikel meer over pluizen.

TOPPEN

Nadat de plantjes zijn aangeslagen, zo’n 14 dagen na het planten, worden ze getopt (het afbreken van top), waardoor de plant meerdere stelen gaat vormen. Het aantal blaadjes dat men laat staan bepaald ongeveer het aantal stengels (3 blaadjes 3 stengels, 4 blaadjes 4 stengels enz.). Let op: hoe meer stengels hoe langer het duurt voor je kan oogsten. Een vuistregel is ongeveer 80 stelen per m2. Door per plant een verschillend aantal stelen op de laten komen wordt de oogsttijd verlengd.
Professionele telers houden een hogere plantdichtheid aan zonder te toppen zodat de teelttijd korter is.

Verzorging tijdens de groeiperiode

Snoeien

Na het toppen komen de toekomstige bloemstelen op. Ondanks de zorg bij het toppen kunnen er toch meer stelen ontwikkelen dan gewenst. Deze overtollige stelen kunnen het best verwijderd worden door ze in een vroegtijdig stadium af te breken. Afknippen laat vaak nog een stukje achter waaruit alsnog stelen kunnen ontstaan. Ongewenste scheuten die vanuit het wortelstelsel opschieten kunnen best met een mes losgesneden worden.

Pluizen

Pluizers of pluischrysanten zijn soorten waarbij men per steel slechts een bloem tot ontwikkeling laat komen. Om dit te bewerkstelligen worden per steel alle zijscheuten via breken verwijderd. Deze activiteit worden pluizen of dieven genoemd. Afhankelijk van de soort begint het pluizen na ongeveer anderhalve maand na het planten. Het resulteert in grotere bloemen tot wel zo’n 15 centimeter doorsnee.
Bij troschrysanten laat men meerdere bloemen per steel tot ontwikkeling komen. Als de bloemknoppen zichtbaar zijn wordt de middelste bloem verwijderd en ook achterblijvende zijscheuten. Hierdoor vormen de bloemen een mooi gelijkmatig scherm.

Gaas optrekken

Chrysantengaas dient om de bloemstelen te ondersteunen. Na het toppen ligt het gaas nog steeds op de grond. Je trekt het gaas gelijktijdig met de groei op waarbij het gaas 30 tot 40 centimeter onder de top van de stelen blijft. Je kan het gaas gaan optrekken als de planten een halve meter hoog zijn. Daar breng je het gaas regelmatig wat hoger. Het nadeel is dat dan vaak meerdere stelen in dezelfde gaasopening komen en daardoor dicht op elkaar zijn.

Je kan ook direct na het toppen het gaas optrekken tot zo’n 30 centimeter boven de grond. Bij het opkomen groeien de stelen door de mazen heen en geeft je de gelegenheid deze over de mazen te verdelen. Dit kan totdat de stelen ongeveer 10 centimeter door het gaas het steken. Als de stelen meer dan 30 centimeter door het gaas steken is het tijd om het gaas op te trekken.
Direct na het planten kan het oprekken van het gaas ook maar dan is het toppen wat moeilijker.

Onkruid bestrijden

Dit is een activiteit voor de gehele groeiperiode. De beste methode om onkruid te verwijderen is wieden. Chrysanten hebben een hoge wortels die bij schoffelen maar ook bij krabben worden beschadigd. De paden langs het bed kunnen natuurlijk wel geschoffeld worden.

Zakken

Sommige grootbloemige soorten komen beter tot hun recht als ze worden ingezakt ter bescherming tegen insecten en de weersomstandigheden. Voor het inzakken worden bij Arcadia koekzakken gebruikt. Deze worden over de bloemknop geplaats en dan onder knop dicht gevouwen en met een wikkelstrip vastgezet. Dat inzakken gebeurt zodra de bloemknoppen hun kleur laten zien. Het is zaak om dat bij droog weer te doen want vocht veroorzaakt rotting. Dit laatste geeft meteen weer het nadeel van zakken aan want hoewel ingezakte grootbloemige chrysanten groter en mooier zijn dan de niet ingezakte gebeurt het nogal eens dat de ingezakte exemplaren door rotting bij het afval belanden.

Einde teelt

Om overdracht van ziektes te voorkomen is het verstandig om al het materiaal te verwijderen en te zorgen dat het weg blijft van de plek waar je het volgend jaar chrysanten gaat telen.

Selectie van de chrysantensoort

Arcadia koopt zijn plantmateriaal in, in perskluit gewortelde stekken, bij DecoNova, een professionele teler. De website van DecoNova telt op dit moment (2023) 358 soorten snijchrysanten die in aantallen van ruim 100 stuks per soort worden geleverd. Aantallen die voor de gemiddelde amateurtuinder veel te veel zijn. Sinds jaar en dag koopt Arcadia de plantjes in en verkoopt die in aantallen van 10 stuks per soort, door aan geïnteresseerden, veelal leden van tuin of dahliaverenigingen uit de regio. Uit het aanbod van DecoNova selecteert Arcadia een lijst van 25 soorten waaruit geïnteresseerden hun keuze maken.
Bij het samenstellen van die lijst zijn er de volgende regels:
• Is soort geschikt voor de buitenteelt.
• Van de 25 soorten zijn er 8 die als pluizer, 12 als tros en 5 die zowel als pluizer of als tros geteeld kunnen worden.
• Variatie in de kleur van wit tot donkerrood (blauwe varianten bestaan niet).
• Bloeitijd van eind augustus tot november.

Overhouden

De snijchrysanten overhouden kan ook. Bij het overhouden de volgende opmerkingen:

  • De planten zijn niet winterhard en moeten afgedekt worden.
  • Snijchrysanten zijn kwetsbaar en gevoelig voor ziektes. Zit er een ziekte in dan houd je die ook over.
  • Planten die voor het tweede jaar staan geven vaak kromme stelen en blad en geven minder bloem. Omdat te voorkomen kan je plant scheuren in meerdere planten.
  • Je kan ook uit je planten de gezondste exemplaren uitzoeken en die bijvoorbeeld in een platte bak vorstvrij bewaren. Deze plant geeft scheuten in het voorjaar die je kunt stekken. De kans op overdracht van ziektes is dan kleiner.

 

Wil je meer weten?
Meer informatie is te vinden op het internet en in bibliotheken. Of spreek een van de leden van de bloemengroep aan.

Scroll naar boven